Uitgebreide regelgeving ladderborgers

FNV Bouw heeft een duidelijker invulling van de Europese richtlijn geëist. Het gaat om een duidelijke informatie voorziening voor werknemers die op hoogte moeten werken. Wanneer mag er bijvoorbeeld een uitzondering gemaakt worden om op een ladder te werken ondanks het verbod op het gebruik van een ladder. Wij leggen uit wat deze uitgebreide regelgeving inhoudt.

Er is door de vakbond in samenwerking met haar leden een overzicht van maatregelen vastgesteld:

1. Als regel mag de ladder niet meer als werkplek worden gebruikt. Uitzonderingen op deze regel zijn alleen toegestaan wanneer eerst de veiligheidsrisico’s op een rijtje zijn gezet. Er mag alleen een ladder worden gebruikt wanneer door de Risico-inventarisatie is vastgesteld dat:
• er geen grote risico’s zijn;
• de werkhoogte onder de zes meter blijft;
• een klus niet meer dan drie uur per dag vraagt (en niet meer dan twee uur aaneengesloten);
• de omvang van het materiaal niet meer dan één vierkante meter is;
• er extra voorzieningen zijn getroffen tegen het wegglijden van de ladder;
• er geen materiaal zwaarder dan 10 kilo de ladder mee wordt opgenomen;
• een werknemer niet verder hoeft te reiken dan een armlengte en dus met twee voeten op de sporten van de ladder kan blijven staan;

2. 
Iedere werknemer in de bouwsector moet de cursus Werken op hoogte hebben gevolgd, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan het opstellen van de Risico-Inventarisatie.

3. 
In ieder bedrijf moet werkoverleg worden gevoerd zodat de veiligheidsrisico’s tussen werkgever en werknemers besproken kunnen worden.

 

Veilig gebruik van de ladder

Soms kunt u niet om de ladder heen. Vooral zelfstandige vaklui zullen niet zonder kunnen. Want een steiger opzetten in je eentje, is onbegonnen werk. Het is omslachtig en bovendien duur. Als u geen alternatieven heeft en toch de ladder op moet: wees er dan zeker van dat het veilig is.

Aanwijzingen voor het opstellen en veilig gebruiken van de ladder:

  • Er moet voldoende vrije ruimte zijn voor de plaatsing van een ladder;
  • Het gebruik van een ladder bij windkracht 6 of hoger is niet toegestaan;
  • De ladder moet worden opgesteld onder een hoek van 65 – 75 graden;
  • Een ladder moet aan de onderzijde niet kunnen wegzakken of uitglijden (zonodig worden voorzien van een stabiliteitsbalk;
  • De ladder moet aan de bovenzijde tegen zijdelings wegglijden worden geborgd (eventueel vastgezet met een touw);
  • Een ladder moet tenminste een meter uitsteken boven de plaats waartoe hij toegang geeft. Bij het afstappen van de ladder op hoogte moet er een deugdelijke steun zijn;
  • Plaats een ladder niet op een hellend vlak, een zachte oneffen of gladde ondergrond op een tafel of kist, achterstevoren of ondersteboven;
  • Sporten en ladderschoenen schoon houden;
  • Beklim een ladder met het gezicht naar de ladder toe en gebruik twee handen;
  • De toegang van de ladders steeds vrijhouden van obstakels, zonodig markeren met schrikhekken;
  • Sluit een deur af of blokkeer de ingang als u een ladder voor een deur moet plaatsen;
  • Plaats metalen ladders nooit in de buurt van onder spanning staande blanke delen; houd minimaal twee meter afstand of gebruik een geïsoleerde ladder;
  • Reik nooit te ver buiten de ladder en steun nooit met een voet op (bijvoorbeeld) een raamkozijn of dorpel;
  • Plaats een ladder niet direct tegen een raam; gebruik in dit geval dwarssteunen;
  • Beklim een ladder of trap (zonder platform) nooit hoger dan de vierde tree van boven;
  • Ladders mogen niet onbeheerd worden achtergelaten;